Geschiedenis

VDL Smart Spaces heeft een rijke geschiedenis die teruggaat tot het begin van de 20e eeuw, toen Bartele Hainje in Heerenveen begon met de bouw van rijtuigen en wagens. In de daaropvolgende jaren heeft het bedrijf zich ontwikkeld tot een belangrijke speler in de bus- en carrosserie-industrie. Hierbij zijn er verschillende mijlpalen bereikt, zoals de seriematige productie van bussen en de ontwikkeling van de eerste standaard stadsbus in Nederland.

Na bijna een eeuw aanwezigheid in de busindustrie, heeft VDL Smart Spaces in 2022 de productie van bussen stopgezet en is de fabriek omgebouwd voor de productie van bouwmodules voor de woningbouw. Deze nieuwe focus van het bedrijf getuigt van veerkracht en vermogen om zich aan te passen aan de veranderende marktomstandigheden. Door de jaren heen heeft VDL Smart Spaces bewezen dat kwaliteit en samenwerking de belangrijkste kernwaarden zijn die het bedrijf hebben geholpen om te groeien. Deze waarden blijft VDL Smart Spaces hoog in het vaandel houden terwijl we ons voorbereiden op een nieuwe toekomst in de modulaire bouw.

In 1907 start Bartele Hainje aan de Heeresloot in Heerenveen met een wagenmakerij: Rijtuig- en Wagenmakerij B. Hainje. Het motto van Bartele Hainje is: kwaliteit. Volgens Bartele is dit de belangrijkste kernwaarde om klanten te binden. In Friesland rijdt de eerste autobus in Leeuwarden op vrijdag 2 april 1920. In die tijd is het erg gemakkelijk om een autobusdienst te beginnen. Als ondernemer hoef je alleen maar de dienstregeling en de vervoerskosten aan Gedeputeerde Staten van de provincie en in de krant bekend te maken. Dit zorgt voor een spectaculaire groei van het autobusvervoer. Hiermee is er een nieuwe industrie, de carrosseriebouw, geboren.

De allereerste autobus werd gemaakt door Hainje. Deze ‘bak’ werd gemaakt van hout met de hand. In 1929 stapte Hainje over op het gebruik van een stalen carrosserie. Stap voor stap wordt in 1932 de wagenmakerij uitgebreid met drie loodsen en later wordt er nog een magazijnloods gebouwd. Ook geeft vader Bartele Hainje het stokje over aan zijn zoon Abe Hainje. Op dat moment zijn er zo’n 30 mensen werkzaam bij het bedrijf.

In 1951 haalt Hainje een mooie opdracht vanuit Rotterdam binnen. Dit is de eerste serie bussen voor de RET. Deze grote opdracht is het begin van de seriematige bouw van bussen. In 1962 wordt Hainje een dochteronderneming van de Verenigde Machine Fabrieken, maar wel onder de directie van Abe Hainje. In 1966 besluiten de grote steden van Nederland gezamenlijk een standaard stadsbus te ontwerpen. Dit resulteert in de eerste order standaard bussen, de CSA 1.

Na bijna 50 jaar inzet voor het bedrijf besluit Abe Hainje in 1975 om met pensioen te gaan. Hij wordt opgevolgd door zijn zoon Bart Hainje. Wegens ruimtegebrek besluit Hainje in 1980, op de bestaande locatie, een nieuw pand te bouwen op het industrieterrein ‘Kanaal’. In 1981 start hier de bouw van de bussen. In de nieuwe fabriek worden ook moderne hulpmiddelen in gebruik genomen zoals hefbokken om onder een bus te werken in plaats van een smeerkelder. Op 9 juni in 1982 wordt een nieuw pand aan de Wetterwille te Heerenveen officieel geopend door Prins Claus. Een groot feest, want Hainje bestaat ook nog eens 75 jaar.

In 1989 wordt Hainje verkocht aan de Berkhof Groep te Valkenswaard. De overgang naar Berkhof betekent een belangrijke versterking voor het bedrijf in de carrosserie markt. De productie van bus carrosserieën is de namelijk de kernactiviteit van Berkhof. 1989 is daarnaast het jaar dat een start wordt gemaakt naar een nieuwe marktbenadering, nieuwe producten en een daarop afgestemde organisatie. In 1998 neemt VDL Groep de Berkhof Groep over en doet intrede in de busmarkt. De naam wordt VDL Berkhof Heerenveen. 

Op 11 november 2007 bestaat de fabriek precies 100 jaar. Dit wordt grootst gevierd op een feestboot. In 2010 ontstaat VDL Bus & Coach en VDL Berkhof Heerenveen wordt dan VDL Bus Heerenveen.

Op 1 februari 2022 rolt de laatste geproduceerde bus uit de fabriek in Heerenveen. De laatste bussen die in Heerenveen worden geproduceerd zijn de elektrische Citea bussen. In al die jaren zijn er ruim 13.000 bussen gebouwd van circa 125 verschillende bustypen. In de opvolgende maanden is de fabriek omgebouwd voor het produceren van bouwmodules voor woningen van een Nederlands bouwbedrijf. Samen met onze partner leveren we een bijdrage aan het oplossen van het woningtekort in Nederland.

Tijdlijn